Op een stralende dag sta ik buiten te praten met Patrick. Hij loopt stage bij Het Kruispunt, de nieuwe MFA in de Tilburgse Kruidenbuurt. Patrick zit zes jaar zonder werk en is maar wat blij dat hij de kans krijgt om weer wat te doen. Vroeger werkte hij als loodgieter, timmerman, klusjesman, maar hij kon de stress en de werkdruk niet aan en raakte zijn baan kwijt. Nu helpt hij in de modern verbouwde kerk, vervangt een lamp hier en daar, maar is vooral gastheer. Jammer dat door de komende bezuinigingen van het welzijnwerk er geen vast werk inzit. Hij hoopt straks aan de slag te gaan in de Beekse Bergen.
Sociale stijging Patrick krijgt zijn leven weer op de rit door hulp en ondersteuning van de gemeente Tilburg en haar partners. Sociale stijging is het leitmotiv, inzetten op werk, opleiding en het bestrijden van armoede. Waar liggen de Kruidenbuurters wakker van en welke dromen hebben zij, zo begon in 2005 de aanpak, waar de huidige impulswijkaanpak op voort bouwt. Vooral sociaal-economisch en gericht om de inwoners stapjes te laten maken naar verbetering van hun woon- en leefomstandigheden.
De Kruidenbuurt is een groene naoorlogse wijk, met grote woningen waarvan 85% sociale huur. De groep oorspronkelijke bewoners wordt gestaag kleiner en de nieuwe instroom is overwegend allochtoon. Men verhuist vaak, gezien de voor Tilburgse begrippen hoge mutatiegraad. De problematiek zit niet in de verpauperde voorraad woningen of de slechte staat van de openbare ruimte en de voorzieningen, maar in de situatie bij de huishoudens en mensen zelf. Werkloosheid, schulden, laag opleidingsniveau en slechte schoolprestaties zijn zorgenkindjes voor de inwoners van de Kruidenbuurt en voor de professionals.
Dus wat doe je dan als gemeente? Tilburg realiseert een enorme inzet om deze sociale, maatschappelijke en economische aspecten te veranderen. In 2008 begint de Maatschappelijke Ontwikkelings Maatschappij (MOM) voor afstemming van de werkzaamheden van de diverse professionele werkers in de buurt. Ralf Embrechts als MOM manager initieert ondermeer MOM@Work, een lokale jobcoach-jobhunter die mensen op koers zet naar werk (in breedste zin). Ook het transformeren van het voormalige wijkcentrum ’t Kievitslaer tot een lokaal werkpunt hoort daarbij, voor alle activiteiten en aspecten die met werk te maken hebben. Gerard Hup, de nieuwe coordinator van het werkpunt, wil het liefst de vraag naar diensten van de Kruidenbuurters bedienen met werkzaamheden van inwoners zelf. Een ander project koppelt vrouwen in hun re-integratie naar werk aan de behoefte naar persoonlijke dienstverlening (vanuit WMO). Als het aan de gemeente ligt wordt de “achter de voordeur” aanpak uitgevoerd door gebiedsteams, en niet door iedere partner apart. Efficient de keten inrichten en problemen oplossen. Bewoners, klanten, doelgroepen en mensen als Patrick de kans geven om sociaal te stijgen.
Professionele drukte Ik ben in Tilburg om met 25 mensen in het KEI-centrum stadslab te reflecteren over de impulswijkaanpak voor de Kruidenbuurt en we zien hoe de gemeente en haar partners aan het werk zijn, met enthousiasme, focus en resultaatgericht. Goed ook om te weten dat de aanpak tot 2018 doorloopt. Maar wat gebeurt er met bewonersparticipatie, sociale stijging en de functie van de Kruidenbuurt in de stad?
Hoe houden we bewoners betrokken bij de wijkaanpak, vroeg de gemeente zich af. Het gaat dan om beleidsparticipatie, mensen mogen meepraten en meedoen bij het plan en bij de uitvoering, maar het is het feestje van de gemeente en haar partners. Sowieso valt het mij op dat ook bij de verschillende instrumenten als MOM@Work of Werkpunt de focus wel op de mensen ligt, maar het is niet van hen (wel voor hen). De impulswijkaanpak is ook niet van de bewoners, na die sessie in 2005 zijn de dromen en zorgen opgepakt door de professionals. En er is niks mis met beleidsparticipatie, laat daar geen misverstand over bestaan! Maar er is ook een andere wereld van “participatie”, namelijk de acties en initiatieven uit de buurt en samenleving zelf, de burgerinitiatieven.
Waar zijn de mensen in de Kruidenbuurt mee bezig en hoe kunnen zij daarbij ondersteund worden? Met geld, vergunningen, netwerk, promotie? Hoe sluit je aan bij dergelijke eigen activiteiten? Bijvoorbeeld bij de 300 zzp-ers die wonen en werken in de buurt. Of bij de verenigingen en hun activiteiten. Bij de mensen die “gewoon” mantelzorg geven aan hun naasten en buren. En was er niet een enorme wachtlijst voor de volkstuinen? Zo bekeken is de kracht van de wijk af te meten aan het aantal en soort initiatieven en activiteiten van haar bewoners. Dat zegt niet veel over de betrokkenheid van de bewoners bij een plan van de gemeente. Maar waarschijnlijk dragen de vele initatieven uit de buurt bij aan de doelstellingen in 2018. Oh, en bij burgerinitiatieven ben je als overheid te gast: meedoen is overheidsparticipatie, wat een andere houding van de gemeente vraagt (zie Help een burgerinitiatief! van Ministerie van BiZa hierover).
Wijk als springplank Sociale stijging is een persoonlijke zaak, mijn tweede punt. Als er groei is bij mensen, hoe maak je dat dan zichtbaar? Nu gebruikt de gemeente Tilburg vooral de kwantitatieve methode om grip te houden op de voortgang van de wijkaanpak. Kan dat ook anders? Bijvoorbeeld door aandacht geven aan de persoonlijke verhalen van mensen die groeien, niet alleen wat er met hen gebeurt, maar ook hoe dat henzelf verandert. Ik was blij dat ik Patrick sprak, want hij vertelde mij hoe het voelde om weer aan de slag te zijn, over zijn groei. Zo bekeken is de Kruidenbuurt de springplank voor persoonlijke groei. Ook als iemand er vervolgens voor kiest om uit de buurt te verhuizen.
Door zo sociale stijging en de buurt te verbinden komt er ook meer scherpte in de rol en functie van de Kruidenbuurt in de stad. Iedere wijk heeft een functie in de stad, soms omdat je daar je eerste woning betrekt, of omdat je gezin er ruim kan wonen en er scholen en voorzieningen zijn. Soms ook omdat je geen woning kunt kopen en er voldoende huurwoningen zijn. Of omdat je er door de aanwezigheid van zorgvoorzieningen op je gemak oud kunt worden. Misschien omdat je in die ruime woning een bedrijf kunt starten.
Wat de buurt betekent voor de stad en de Tilburgers is volgens mij essentieel in de gezamenlijke aanpak van gemeente, woningcorporaties en partners. Dat geeft richting aan de wijkaanpak en scherpt de inzet van instrumenten. Maar let op – ook hier is het niet de vraag wat de professionals vinden, maar wat de Kruidenbuurters en de mensen die er komen wonen vinden. Het zijn tenslotte hun dromen en zorgen die tellen. En dat zij ermee aan de slag gaan natuurlijk.