Gemeenten hebben het hart vol van burgerparticipatie. Zo ook de gemeente Twenterand, die wil leren hoe burgerparticipatie meer structureel in het denken en doen van de gemeente kan komen. Hiervoor zijn 3 pilotprojecten gestart, namelijk: trainen en begeleiden van ambtenaren om meer met burgers te doen, burgerparticipatie bij bezuinigingen op de exploitatie van de vier zwembaden, en zoeken naar een nieuwe verhouding tussen gemeente en de plaatselijke belangenorganisaties in de vier kernen van Twenterand. In deze blog ga ik in op de ervaringen van het interne trainingstraject van de gemeente Twenterand, die ik samen met Jan Temmink in de periode mei 2011 tot februari 2012 mocht geven.
Participatiekamers Om trainingen te kunnen geven is eerst een 0-meting gehouden onder 25 medewerkers en leidinggevenden van de gemeente; zo is vastgesteld hoe burgerparticipatie “leeft” binnen de organisatie. Tegelijkertijd zijn de bouwstenen voor het trainingsprogramma verzameld en de deelnemers geworven. Het uitgangspunt voor de trainingen is dat iedere medewerker als het ware zijn of haar eigen werk meeneemt en tijdens de trainingssessies aanknopingspunten aangereikt krijgt voor “meer burger”. Dat betekent dat de deelnemers aan de slag gegaan zijn met persoonlijke leervragen wat betreft burgerparticipatie en zelf een casus inbrengen. Het programma is dan ook meer dan alleen kennis overbrengen, er wordt vooral geleerd door zelf te doen, want uiteindelijk gaat het om de vraag hoe dat “meer burger” ook echt in praktijk gebracht wordt. De trainingssetting hebben we de Participatiekamer genoemd.
Beleidsparticipatie en omgaan met burgerinitiatieven Het programma van de trainingen behandelt de twee gezichten van burgerparticipatie, namelijk beleidsparticipatie en omgaan met burgerinitiatieven. Het onderscheid ligt bij wie er nu eigenlijk besluit over een project met of van burgers en daarmee eigenaar is.
Beleidsparticipatie en het omgaan met burgerinitiatieven vragen verschillende instrumenten, houdingen, competenties en vaardigheden van medewerkers. Bij beleidsparticipatie is het bijvoorbeeld handig om vooraf een participatieplan te maken, zodat duidelijk hoe en waarom de samenleving betrokken wordt bij een project en activiteit van de gemeente. Met het veelgebruikte “faciliteren” van burgerinitiatieven lijkt het erop dat voorstellen en acties uit de samenleving vooral met dienstverlening te maken hebben, terwijl een competentie als Samenwerken zeker zo belangrijk is.
Collega Participatie Het trainingstraject burgerparticipatie sluit aan bij het interne Competentiemanagement, wat voor bijzondere en nieuwe inzichten zorgt. Twee van de deelnemers aan de Participatiekamer werken alleen met collega’s en introduceren de term collega participatie. Zij gebruiken de trainingen om meer kwaliteit en betrokkenheid (draagvlak) te krijgen voor hun werkzaamheden. De krachtenveldanalyse van de actoren die met Control te maken hebben, wordt op dezelfde manier gemaakt als die van de projectleider Bezuinigingen Zwembaden, iets dat voor de medewerkers als een verrassing kwam.
Een werkbezoek aan de buitendienst maakt duidelijk dat er tussen gemeentelijk beleid maken en uitvoering van datzelfde beleid nog wel wat te verbeteren is, helemaal als er inwoners of ondernemers bij betrokken zijn. Dat de aanname van “we zijn toch 1 gemeente” heel anders wordt ingevuld door de Buitendienst dan door hun collega’s op het gemeentehuis en dat de opgave ligt in het meer verbinden en werken in de keten. In het door de deelnemers georganiseerde Lagerhuis debat is geleerd om beter om te gaan met argumenten (en drogredenen) van anderen. De Participatiekamer deelnemers krijgen daarna een kijkje in de keuken van het Team Zwembaden wat betreft ondernemerschap en creativiteit. Kennis delen gebeurt direct als de diverse casussen door de ogen van de zwembadmedewerkers worden bekeken. De trainingen zijn afgesloten met een bijeenkomst waar de medewerkers hun casus presenteren en laten zien wat zij in dat half jaar geleerd hebben.
Burgerinitiatieven Voor het interne trainingstraject is ook een externe Klankbordgroep opgezet, die uit inwoners en ondernemers uit Twenterand bestaat. De Klankbordgroep functioneert als helpdesk en vraagbaak, ten slotte zijn de ervaringsdeskundigen van enorme waarde voor de Participatiekamer medewerkers. Maar vooral als het gaat om de vraag hoe om te gaan met burgerinitiatieven wordt de Klankbordgroep belangrijk. Voor de komende tijd staat bijvoorbeeld een bijeenkomst over Duurzaamheid op de agenda, waarvan de gemeente Twenterand enerzijds vindt dat het een speerpunt in de toekomstige ontwikkeling zou moeten zijn maar anderszijds hoopt dat de concrete initiatieven uit de samenleving zelf komen. In de Participatiekamer is bedacht dat het omgaan met burgerinitiatieven in drie stappen gaat: accepteren dat er een initiatief is, faciliteren van zo’n initiatief en stimuleren dat er nieuwe burgerinitiatieven ontstaan. De deelnemers van de Participatiekamer hebben aansluiting gezocht met de Klankbordgroep om hier samen de randvoorwaarden voor te maken.
Regulier Werk en Noaber De gemeente Twenterand staat nu voor de keuze hoe verder te gaan met het investeren in medewerkers door middel van trainingen als de Participatiekamer. Hiervoor is de hulp van de leidinggevenden hard nodig. Burgerparticipatie is een middel om betere beleidsproducten te maken, meer inwoners te betrekken bij de keuzes van de gemeente en een voedingsbodem te creeeren voor initiatieven uit de Twenterandse samenleving. En zoals de Participatiekamer laat zien medewerkers instrumenten in handen te geven en competenties en vaardigheden te trainen om ook echt dat middel toe te passen. Om burgerparticipatie in het reguliere werk te krijgen vraagt aanvullende stappen vanuit het management. Eigenlijk is het borgen van burgerparticipatie en het bewaken van de kwaliteit ervan een specifieke taak van afdelingshoofden en teamleiders. Zij zijn als geen ander in staat om met jaaractieplannen en beleidsonderwerpen de medewerkers te ondersteunen in het actief inzetten van burgerparticipatie.
Omgaan met burgerinitiatieven vraagt nog een extra stap van de gemeentelijke organisatie. We vinden dat hiervoor de gemeente Twenterand zich als echt noaber op moet stellen: naast de burger en de helpende hand bieden als dat nodig is. Dat vraagt een nieuwe heldere positie van de gemeente ten opzichte van burgerinitiatieven, waarbij rolvastheid, creativiteit en de wil tot samenwerken belangrijk is. De medewerker die aan de slag gaat om initiatieven uit Twenterand mogelijk te maken heeft ruggesteun van het concern, niet alleen van zijn of haar leidinggevende. Vanzelfsprekend zijn dan de toegepaste instrumenten en de aanwezige vaardigheden en competenties van die medewerker een concern verantwoordelijkheid. Het helpt daarbij als het omgaan met burgerinitiatieven meer programmatisch wordt opgezet en aangestuurd. Hier vind je het Eindadvies over het interne traject en wat het kan betekenen voor de gemeente Twenterand. Zie ook de pagina Werk op deze site voor aanvullende informatie.
Wat Participatie? Zoals gezegd lopen er drie pilot projecten in Twenterand. Dat laat ambitie zien maar is ook kwetsbaar. Wat betreft de pilot Bezuinigingen op de exploitatie van de Zwembaden is het advies van de Werkgroep van betrokken burgers niet overgenomen door B&W en dat leidt tot veel discussie intern, in de samenleving en nu ook binnen de gemeenteraad. Het heeft ook gevolgen voor de andere pilot projecten, want men kan gemakkelijk zeggen dat de participatie van burgers niet serieus genomen wordt. Wat participatie? Ik denk dat de echte discussie moet gaan over de wil van de gemeentelijke organisatie om meer te doen met burgers in beleidsparticipatie en burgerinitiatieven, tegenover de politieke wereld van coalitieakkoord, partij agenda’s en beinvloeding door diverse belangenorganisaties. En dat gesprek moet nog gevoerd worden.