Regel die Burgerinitiatieven In 2013 zijn Maarten Bosman en ik druk geweest met het onderzoek naar aansprakelijkheid bij burgerinitiatieven, in opdracht van het Ministerie van BZK. In deze blog doe ik verslag van enkele belangrijke bevindingen en verwonderingen.
Centraal in ons onderzoek staat de vraag of en zo ja hoe aansprakelijkheid belemmerend werkt voor bottom up activiteiten. Om hier achter te komen hebben wij 67 burgerinitiatieven uit de gemeenten Den Helder, Deventer en Venray tegen het licht gehouden. Wij gebruikten hiervoor een invulschema waarmee ieder initiatief geanalyseerd is. Daarnaast hebben we interviewgesprekken gehouden en de relevante gemeentelijke procedures en beleidsnotities doorgewerkt. De resultaten zijn besproken met de deelnemende gemeenten en expertorganisaties en vervolgens verder uitgediept in een aantal werksessies. Het geheel is opgeschreven in Regel die Burgerinitiatieven – eindrapport, dat met bijlagenboek en een overzicht met vervolgacties te downloaden is.
Aansprakelijkheid, schade en risico’s Wat betekent het om aansprakelijk te zijn of aansprakelijk gesteld te worden? Aansprakelijkheid heeft alles met schade en dus met geld te maken. Schade betaal je of je hebt een verzekering die dat voor je doet. Uitgangspunt volgens het Burgerlijk Wetboek is dat iedereen in eerste instantie zijn of haar eigen schade “draagt”. Ofwel, als je iets kapot maakt dan ben je aansprakelijk voor de schade. Alleen in specifieke gevallen kun je iemand anders aansprakelijk stellen voor schade (of omgekeerd, kan iemand jou aansprakelijk stellen). Het eerste gaat over juridisch eigenaarschap. Als je eigenaar van een gebouw bent of van gronden, dan ben je risico-aansprakelijk. Als er iets gebeurt in jouw gebouw of op jouw grond, dan ben je meteen in beeld als er schade betaald moet worden. Het tweede betreft zogenaamde wettelijke aansprakelijkheid. In de wet is een aantal situaties vastgelegd waarbij aansprakelijkheid geregeld is. Bijvoorbeeld dat ouders aansprakelijk zijn voor het gedrag van hun kinderen (tot 14 jaar). Of dat diereneigenaren aansprakelijk zijn voor hun huisdieren, paarden, ezels, koeien, enzovoort. Werkgevers zijn aansprakelijk voor het gedrag van werknemers. En zo nog een beperkt aantal bepalingen. Anders dan verantwoordelijkheid is aansprakelijkheid een gegeven, je kunt er niet voor kiezen, je bent aansprakelijk of niet. Maar je kunt er wel zo mee omgaan dat je de kans dat je ook daadwerkelijk betalen moet zo klein mogelijk maakt. Wij noemen dat het minimaliseren van risico om aansprakelijk gesteld te worden en schadeclaims te krijgen.
Juridische instrumenten De 67 burgerinitiatieven die we onderzocht hebben spelen zich bijna allemaal af in de openbare ruimte of in publiek toegankelijke (gemeentelijke) gebouwen. De gemeente is daarmee als juridisch eigenaar in beeld als het gaat om aansprakelijkheid. Hoe gaan gemeenten om met het risico om aansprakelijk gesteld te worden bij al die prachtige Do It Yourself activiteiten? Iedere gemeente heeft een viertal juridische instrumenten, die zij gebruikt als zij met een burgerinitiatief in aanraking komt. Soms wordt er een vergunning verleend, bijvoorbeeld bij een evenement of activiteiten. Soms wordt er een overeenkomst gesloten, bij het gebruik van een stuk groen of (leegstaand) gebouw. Bij meer kleinschalige bottom-up initiatieven past de gemeente gemakkelijk een gedoogconstructie toe. Ten slotte komt het ook voor dat de gemeente actief meewerken aan een burgerinitiatief, en wel zo dat zij precies de meer risico-volle onderdelen van het initiatief voor hun rekening neemt. Wij hebben deze actieve samenwerking “adopteren” van het maatschappelijk initiatief genoemd.
Neem bijvoorbeeld de Tjitskespeeltuin in Amsterdam Noord. De bewoners beheren deze speeltuin zelf, met de inzet van vrijwilligers en materieel. Stadsdeel Noord zorgt voor het beheer en onderhoud van de speeltoestellen, want die toestellen staan vast in de gemeentegrond en zijn daarmee gemeentelijk eigendom (geworden). En het beheer en onderhoud rond spelen is ook nog eens uitgebreid geregeld per wet. Stadsdeel Noord zorgt voor veilige speeltoestellen en voorkomt zo actief dat – als er een ongeluk gebeurt – zij de rekening (schadeclaim) krijgt. In feite een vorm van risico-management door de gemeente, om ongelukken te voorkomen, maar vooral om de kans op schadeclaims te minimaliseren.
Risico-inschatting Is aansprakelijkheid voor de gemeente een belemmering als zij met burgerinitiatieven omgaat? Nee, gemeenten weten dat aansprakelijkheid speelt en zetten de vier genoemde juridische instrumenten in om het risico om aansprakelijk gesteld te worden te beheersen. Daarmee worden de juridische instrumenten in de behandeling van burgerinitiatieven juridische strategieën. Risico-inschatting van ieder initiatief is belangrijk. In ons onderzoek hebben we de bottom-up activiteiten in vijf groepen verdeeld en per groep bekeken wat de risico-scores zijn. De groepen zijn: zelfbeheer groen, spelen en speelvoorzieningen, zelfbeheer gebouwen, tijdelijk gebruik van lege ruimte, en als laatste evenementen en andere feestjes. Vervolgens hebben we een groene, oranje en rode zone toegevoegd (zie figuur).
Uit deze ordening blijkt dat meer dan 60% van de onderzochte initiatieven een zeer lage risico-inschatting te hebben. Het gaat dan om kleinschalige, niet-complexe activiteiten van burgers. Ook blijkt die lage risico-score binnen iedere groep burgerinitiatieven voor te komen. Onze conclusie hierbij is dat voor gemeenten er geen enkele reden is om – vanuit de bril van aansprakelijkheid bekeken – dergelijke initiatieven te belemmeren. Sterker nog, hier zou juist nog veel meer ruimte gegeven kunnen worden. Uit de analyse van de oranje zone blijkt dat het hier om initiatieven gaat met iets meer complexiteit, bijvoorbeeld zelfbeheer van een buurthuis en activiteiten die vergunningsplichtig zijn. Hier stellen wij voor om de risico-inschatting te verlagen door regels op te rekken en experimenten en onderzoek te doen. De laatste en kleine groep initiatieven in de rode zone betreft grootschalige, risicovolle evenementen, maar ook initiatieven die tijdelijk zijn. De enige reden voor een hoge risico-inschatting die wij hebben ontdekt gaat over onbekendheid met de juridische wereld van de tijdelijkheid. Dat kan veel beter volgens ons. Maatwerk en professioneel werken zijn hier de sleutelwoorden om met deze bottom-up activiteiten om te gaan. Weten hoe het zit en snappen wat je doet als gemeente.
Wolk van juridische regels Want burgers zelf krijgen met hun activiteiten te maken met een wolk van gemeentelijke juridische regels. Dat schrikt af, kost tijd en is ook, in hun ogen, overbodig. De mensen van de tijdelijke moestuin De Halte in Terwijde Utrecht kunnen alleen een gebruiksovereenkomst tekenen, als zij een formeel rechtspersoon worden. Terwijl om voor een gemeentelijk bijdrage in aanmerking te komen zoiets niet nodig is. Het gebruikscontract is dan ook nog bijzonder complex en diverse juridische zaken wat betreft aansprakelijkheid worden in de schoenen van de moestuiners geschoven. De tuinmannen en -vrouwen van Moes31 in IJburg Amsterdam hebben juist niets getekend of opgesteld. Daar heerst een heuse aanspreekcultuur. Hoe kan eenzelfde activiteit als stadslandbouw en moestuinieren nu zo verschillend geregeld zijn?
Dat hangt deels samen met onze constatering dat veel burgers geen idee hebben hoe die juridische wereld van risico’s, schade en aansprakelijkheid eruit ziet. Zij voelen zich wel verantwoordelijk, maar aansprakelijk? Terwijl zij dat wel zijn, want – zoals hierboven aangegeven – voor de wet is iedereen aansprakelijk voor het eigen handelen. De groep die aan het tuinieren slaat zou ervoor moeten zorgen dat er geen ongelukken gebeuren, met de vrijwilligers of met de bezoekers. De groep heeft een zogenoemde zorgplicht richting anderen. Dat gaat veel verder dan een bordje plaatsen “Betreden op eigen risico”. Iedereen onder de vrijwilligersverzekering brengen werkt voor vrijwilligers, maar niet voor bezoekers. En zo zijn er nog diverse zaken die “geregeld” zouden moeten worden en afleiden van de eigenlijke activiteiten.
Gemeenten aan zet Is aansprakelijkheid dan een drempel voor maatschappelijke initiatieven en activiteiten? Nee, want niet aansprakelijkheid maar die wolk van juridisch gedoe is belemmerend, omdat je er eigenlijk niets mee te maken wilt hebben maar het wel belangrijk is om te weten en te regelen. Hier mag wat ons betreft de gemeente laten zien dat het menens is met de Participatiesamenleving. Ofwel, vanuit de overheid serieus werk maken om burgers ook het juridisch gereedschap in handen te geven om hun eigen bijdrage te kunnen leveren. Of dat allemaal niet te doen en als overheid de risico’s van maatschappelijke initiatieven op je te nemen, door het simpelweg te gedogen. Maar niet, zoals nu gebeurt, burgers verleiden en aanzetten om zelf een maatschappelijke bijdrage te leveren, zonder bagage met kennis van risico’s en aansprakelijkheid. Do It Yourself maar!