Bestuurlijke dialoog Vrijdag 19 september 2014 organiseerde het Ministerie van BZK samen met de gemeente Almere een bestuurlijke dialoog over risico’s bij burgerinitiatieven. Onder leiding van professor Ira Helsloot (Radboud Universiteit) gingen de wethouders uit diverse gemeenten als Alphen aan den Rijn, Nieuwegein, Brockhorst, Leeuwarden, Zutphen en Hattem met elkaar het gesprek aan. Want prachtig hoor, die maatschappelijke activiteiten. Maar mogen burgers vrijwillige extra risico’s nemen, dragen zij dan daarvoor ook zelf de verantwoordelijkheid, en wat betekent dat voor de rol van de overheid?
RisicoRegelReflexen Ira Helsloot nam eerst de aanwezigen mee in de wondere wereld van de RisicoRegelReflexen (RRR). Dat is het mechanisme om extra veiligheidsmaatregelen te nemen na incidenten en rampen. Wetten worden aangepast en uitgebreid, regels, procedures en protocollen worden aangescherpt en gecontroleerd, certificaten en keurmerken getoetst, en handhaving en inspecties krijgen meer prioriteit. Maar hoeveel meer veiliger kunnen we het maken? Wat gaat die meeropbrengst dan kosten en zijn er geen (onvoorziene) “bijwerkingen”?
Kosten van een keuring Almere bijvoorbeeld heeft “last” van de RRR als bewoners zelf speeltoestellen en andere speelobjecten plaatsen in de openbare ruimte. Het WAS schrijft voor dat dergelijke speelinitiatieven veilig moeten zijn voor kinderen en dus stuk voor stuk gekeurd moeten worden. Die keuring moet gebeuren door een erkende instantie, een zogenaamde AKI. De kosten per keuring zijn gemiddeld Euro 1.500 en wie gaat dat dan betalen? De bewoners, want het is hun speelinitiatief?
’t Zorghuus Ysselsteyn Voor veel maatschappelijke initiatieven is meer regelgeving en toezicht hinderlijk; soms worden de activiteiten van burgers disproportioneel getroffen door de gevolgen van de RRR. Bijvoorbeeld het kleinschalige woon-zorg initiatief ’t Zorghuus in de kern Ysselsteyn, Venray, dat voor de Inspectie aan dezelfde kwaliteitseisen moet voldoen als een grote zorginstelling. Daardoor is er direct minder tijd (en geld) beschikbaar voor de persoonlijk zorg van de bewoners in ’t Zorghuus. Nog afgezien van de last die men heeft van al dat regelwerk.
Inzicht in RRR beheersing Krachten die meer RRR opleveren zijn onder meer: veiligheid boven alles, angst voor maatschappelijke onrust, focus op de schuldvraag (via de media), voortgroeiende professionalisering, angst voor aansprakelijkheid en bestuurlijke verantwoordelijkheidsgevoel. De RRR wordt afgeremd door o.a. bestuurlijke moed, vertrouwen in de samenleving, integrale afweging door bevoegd gezag en risico-vergelijking. Ira Helsloot geeft ook aan dat meer betrokkenheid van burgers het veiligheidsgevoel meer of beter vergroot dan meer inzet van professionals.
Wensen van wethouders Diverse wethouders gaven in de bestuurlijke dialoog aan dat zij behoefte hebben aan een goed afwegingskader, waarbij waarde en belang van een burgerinitiatief naast risico-inschatting gelegd kan worden. In de publicatie “Regel die Burgerinitiatieven” geven wij hier een eerste opzet voor, met de quickscan burgerinitiatieven (zie bijlage). Ook vonden de wethouders het lastig vast te stellen wat nu eigenlijk een maatschappelijk initiatief is. Ten slotte bestaat dat niet in de juridische zin van het woord. Kan de Rijksoverheid hier niet in voorzien, zo vroegen zij? Concreet betekent het dat er naast privépersonen en bedrijven een derde categorie gemaakt worden, de collectieve initiatieven in het publiek domein. Dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan, want is een maatschappelijke ondernemer meteen een bedrijf? Of een zorgcoöperatie?
Kiezen van juridische strategieën In bovengenoemde publicatie “Regel die Burgerinitiatieven” noemen wij zes juridische instrumenten die overheden nu al tot hun beschikking hebben, als zij omgaan met burgerinitiatieven. Dat zijn: vergunnen, overeenkomen, verbieden, samenwerken (adopteren), aanpassen en gedogen. Deels publiekrechtelijk, deels civielrechtelijk, deels meer uitvoeringsgericht zijn deze op te vatten als strategieën, die ruimte geven om maatschappelijke initiatieven te ondersteunen en mogelijk te maken.
Make it simple ! Het is dan wel afhankelijk welke keuzes de gemeente zelf maakt, en in hoeverre het initiatiefnemers echt makkelijker wordt gemaakt (want die ingewikkelde wetten en regels…). Dus eenvoudige contracten en vergunningen, slimme samenwerking om risico’s weg te nemen, en soms ook afzien van naleving van regels (gedogen). Ook blijkt het belangrijk te zijn om een onderscheid te maken tussen de doorwinterde burger die een eigen activiteit (opnieuw) begint en de enthousiasteling die voor het eerst een maatschappelijk initiatief start. Ervaringsgegevens helpen bij het inschatten van risico’s, misschien op dezelfde manier als verzekeringsmaatschappijen schadevrij zijn (en blijven) waarderen.
Experiment Verordening Burgerinitiatieven Een maatschappelijk initiatief, in de zin van wetten, regels en dergelijke, volgt volgens mij ook uit de precieze keuzes van juridische instrumenten die de gemeente maakt voor burgerinitiatieven. Dan is een aparte juridische entiteit niet nodig, een burgerinitiatief is zoals het gerealiseerd wordt met de zes strategieën. Nieuwe initiatieven kunnen dan op eenzelfde manier behandeld worden, terwijl er ook ruimte is om af te wijken. Maar gemeenten hebben ook een eigen bestuurlijke mogelijkheid, namelijk de gemeentelijke verordening. Zo’n Verordening Burgerinitiatieven noemen we in de publicatie “Regel die Burgerinitiatieven” een te beproeven vorm, een experiment. Want zoiets bestaat op dit moment nog niet in Nederland. In de Leerkring “Regelen of Ruimte Geven” die Maarten Bosman en ik opgezet hebben, gaan we op het experiment Verordening Burgerinitiatieven in.
Meer weten? Voor meer informatie en vragen over het BZK programma Risico’s en verantwoordelijkheden en de bestuurlijke dialoog, neem dan contact op met mevrouw Nel de Wilde, email nel.wilde@minbzk.nl.
Om meer te weten over juridische kwesties, risico’s en maatschappelijke initiatieven, ook wat betreft genoemde publicatie, trainingen en leerkring, neem gerust contact op met Mark Verhijde, email mark.verhijde@gmail.com, mobiel +31 652653005.