Donderdagmiddag 13 februari houdt het Kennisinstituut voor Stedelijke Samenleving (KISS) een bijeenkomst in de oude Acacia school in Almelo over pauzelandschappen. Samen met Joost Okkema (OBL) ben ik erbij. Directe aanleiding voor mij is het wilde idee van twee kunstenaarvrienden Leo en Leny om in Sittard-Geleen een prachtige voormalige fabriekshal te gaan exploiteren. De Acacia school waar ik nu ben staat ook als pauzelandschap te boek. Wat is er sindsdien gebeurd en hoe bevalt het?
Kris Oosting van Stadmaker vertelt hoe het “Tussendoor” project de afgelopen twee jaar gelopen is. Uitgangspunt van Tussendoor is dat lege plekken opgevat worden als vrije ruimte voor de stad. Als kwartiermaker is hij aan de slag gegaan met diverse projecten en activiteiten, die met elkaar gemeen hebben (a) dat de plekken zelf weer ontdekt worden door de omwonenden, (b) dat tijdelijkheid strategisch ingezet wordt, (c) dat cultuur en culturele activiteiten nadrukkelijk een podium krijgen, en als laatste (d) dat verrommeling en verloedering actief wordt tegen gegaan.
Oosting deelt zijn bevindingen over eigenaarschap als drempel. Want niet alleen zijn grondeigenaren of vastgoedeigenaren huiverig voor tijdelijk gebruik vanwege kwesties als schade en aansprakelijkheid (zie hierover ook de publicatie Regel die Burgerinitiatief, online en als boek, elders op deze site). Ook blijkt er onvoldoende eigenaarschap te zijn bij de mensen die rond de lege plek in Almelo wonen. Dat laatste heeft twee aspecten: het gaat om aangeven wat er gedaan kan worden met zo’n tijdelijk terrein of gebouw en om er zelf ook actief aan mee te werken. Daar is nog veel verbetering mogelijk, denkt Oosting.
Kenmerkend voor de aanpak van Tussendoor is dat tijdelijkheid stiekem al de voorbode lijkt te zijn voor de definitieve herbestemde periode. Want je krijgt het gevoel dat het tijdelijk gebruik van de Acacia school het liefst vandaag nog eindigt, als er een nieuwe vaste gebruiker opduikt. Zo beschouwt is tijdelijk gebruik onzeker, onduidelijk en onredelijk. Alsof je kinderen het schoolplein opstuurt voor hun speelkwartier, dat meteen ophoudt als er een leraar gevonden is die weer les geeft. Dat staat eigen investeringen behoorlijk in de weg, zo vertelt Harmen Zijp van de War, een grass-root initiatief in een oude fabriek in Amersfoort. Hij en zijn mede-initiatiefnemers werken al meer dan 12 jaar met een tijdelijke overeenkomst, en als zij vooraf hadden geweten dat die periode meer dan 10 jaar zou zijn, hadden zij meer en uitgebreider werk kunnen leveren.
De War is bijzonder vanwege de compleet out-of-the-box benadering, met een FabLab zonder universiteitssteun, een eigen Universiteit omdat Amersfoort die wel kan gebruiken, praktische initiatieven zoals het Repaircafe, diverse onderzoekslijnen en heel veel kennis delen. Tegelijkertijd denkt Zijp aan de toekomst, want wat zou het niet mooi zijn om het terrein te herontwikkelen en zo een echte organische boast te geven aan de ontwikkeling van de stad. De kansen ziet hij in de deel-economie, de kracht en talenten van mensen, de behoefte aan een bijzondere plek. Zijn knelpunten zijn daarbij de boekwaarde, de bestemming, de verontreinigde gronden en zo meer.
Beide voorbeelden, in Almelo en Amersfoort, laten zien dat tijdelijk gebruik hier nog verder doordacht moet worden. Want woningcorporatie Beter Wonen die eigenaar is van de Acacia school zoekt vooral naar een aanvullende functie die de positie van de wijk en hun huurders ondersteunt. De echte vragen zijn volgens mij (a) wat de betekenis van het gebouw en terrein voor de lokale samenleving is, (b) hoe het geheel niet alleen bekostigd kan worden, maar ook hoe de school en de omgeving als productie-eenheid weg gezet kan worden, en (c) hoe de tijdelijkheid als een vaste periode bepaald kan worden, zodat er ruimte komt voor eigen investeringen. Anders blijft zo’n mooi tijdelijk initiatief vooral een aardigheidje in de stedelijke ontwikkeling. Dan staat zo’n pauzelandschap initiatief gewoon in de wacht.
De Phillips fabriekshal in Sittard-Geleen die Leo en Leny dolgraag willen gaan exploiteren heeft met dezelfde vragen te maken. Ofwel, wat betekent de hal en het terrein voor de bewoners en ondernemers van Sittard-Geleen? Wat is er mogelijk om geld te verdienen aan het gebouw, bijvoorbeeld omdat de lichtstraat perfect op het noorden ligt en de dichte dakdelen daarmee ideaal zijn voor zonnepanelen? Wil de huidige eigenaar een afgebakende periode afspreken om zo’n tijdelijk project een kans geven?
Een fijne zoektocht dus, voor L2 Ateliers en voor de trekkers in Almelo en Amersfoort. Gelukkig is er veel mogelijk gemaakt in wet- en regelgeving, dat met goede argumenten ook opgepakt kan worden door gemeenten en eigenaren. Joost Okkema, Maarten Bosman en ik gaan er mee aan de slag. Ondertussen organiseren de kunstenaars in het voorjaar 2014 weer het internationale art-event Kunzfetti in de hal. Zien is beleven, zou ik zeggen.