Stadslandbouw, moderne moestuinen, groene buurtinitiatieven – we hebben de publieke ruimte herontdekt als het gaat om groen, eetbaar en gezond. Waar je in 2005 het begrip permacultuur nog moest uitleggen, snappen we nu dat het gaat om kortere voedselketens, om de gezonde eigen leefomgeving en om sociaal-maatschappelijke samenhang. Want werken in de groene omgeving doe je samen.
Rachelle Eerhart heeft als programmaleider IVN Groen Dichterbij beschreven wat de drie jaar van het landelijk programma Groen Dichterbij aan resultaten heeft opgeleverd [1]. Voor haar is er een duidelijk verbinding tussen mensen die bezig zijn met groene activiteiten en de plekken in de stad of het platteland. De plek bindt. Daar komen mensen samen om aan het werk te gaan, met oude gewassen en beheerwerk van het terrein, met treffende acties en moeilijke groepen, met economische dragers en verrukkelijke maaltijden. Met jou en met mij. Alleen al omdat we allebei op de plek komen, gebeurt er iets.
Groene plekken zijn dat ook op te vatten als nieuwe plaatsen, als buurtjes of als buurtwinkels. Je ontmoet daar medestanders en bent zo onderdeel van een groep, met een eigen identiteit. Je voelt je er thuis. De verbondenheid zit hem in de grond zelf, zo lijkt het wel. In principe is zo’n buurtmoestuin of plantsoen in zelfbeheer ook open voor andere bewoners, maar niet iedereen voelt zich aangetrokken door het groene initiatief om de hoek. Soms vinden bewoners dat zij helemaal geen groene vingers hebben, soms voelen zij zich buitengesloten. Het onderhouden van een groene plek gaat dan ook veel verder dan alleen aandacht voor aarde en planten. Geslaagde groene projecten laten zien hoe de bewonersgroep uitnodigend omgaat met de buurt of het dorp.
Het maakt dan niet zo veel uit hoe een groen project begonnen is. Rachelle Eerhart noemt drie soorten groene projecten, waarbij steeds de trekkers verschillend zijn. Zo zijn er groene buurtinitiatieven, participatie en activeringsprojecten in het groen waarbij de overheid de trekker is, en de groene maatschappelijke ondernemers. Hoe een groep mensen aan de slag gaat binnen ieder groen project, waarom zij zich ermee verbinden, wat de betekenis voor hen is, dat is echter niet gerelateerd aan wie de trekker is. Bijvoorbeeld het project De Unieke Brink, gestart vanuit de gemeente Enschede, blijkt door de bewoners innerlijk geadopteerd te zijn: zo is Ria niet alleen huisvrouw maar ook van de Unieke Brink. [2]
Jezelf de groene plek toe-eigenen is mooi, maar dan is er ook gelegenheid voor anderen om zich buitengesloten te voelen. Bij de Unieke Brink bleek de beheergroep van vijf bewoners regelmatig woorden te hebben met de overige 25 gezinnen. Men werkte nooit mee om zaterdagochtend, zo was hun klacht. Een deel van de andere huishoudens was van Syrisch-Orthodoxe afkomst en wilde niet meewerken met de schoffel en de harken. Toen we er verder over praatten, bleek dat hun afwijzing vooral te maken had met imago- en statusverlies: voor de grote gemeenschap waren deze Syrisch-Orthodoxe bewoners gestegen op sociaal en economisch vlak. Dan je handen vuil maken, betekende meteen verlies van status. De oplossing was vrij eenvoudig – zij werken niet mee in het groen en de aarde, maar verzorgden wel koffie, thee en broodjes voor de beheergroep, als gastvrije medebewoners.
Het voorbeeld van de Unieke Brink maakt duidelijk dat groene plekken mensenwerk nodig hebben en dat het dan kan helpen als er professionals zijn. Dat kan van de overheid komen, maar ook van professionele organisaties die apart worden ingehuurd. Professionaliteit helpt overigens niet alleen om sociale verbanden te verduidelijken, het draagt ook bij aan continuïteit en daarmee duurzaamheid van groene initiatieven. Die constatering deed Beatriz Pineda Revilla ook, als co-auteur van het boek “We Own the City”, na analyse van diverse groene initiatieven in New York. [3]
Notes
[1] zie link: http://www.veldwerknederland.nl/uploads/files/orientatiedagen_2015_rachelle_eerhart.pdf
[2] zie deze website bij pagina Kist, alinea over Unieke Brink. Eigenlijk is de Unieke Brink van Ria en haar medebewoners, natuurlijk.
[3] zie link: http://www.trancity.nl/publicaties/we-own-the-city.html. Francesca Miazzo and Tris Kee (editors) “We Own the City. Enabling Community Practice in Architecture and Urban Planning in Amsterdam, Hong Kong, Moscow, New York and Taipei”, Trancity 2014.
Deze blog verschijnt in iets aangepaste vorm in de SUPERZine van NatuurSUPER, zomer 2015. Zie de link: http://www.marijevanderpark.nl/projecten/natuursuper/